Een introductie...
Hallo, ik heet Shannon. Ik woont in de Verenigde Staten, maar ik reis in mei naar het Nederland in mei. Ik ook hoop ook om binnen in een jaar voor werk naar Nederland of België te verhuizen. Ik studeer het Nederlands nu voor vier weken nu. Ik nog heb nog een lange weg te gaan!
---
Welkom!
Geen schrijffouten maar vooral foutjes in volgorde.
1. Bij "ik" krijgt een werkwoord geen extra "t".
* wonen
- ik woon
- jij woont
- hij woont
- wij wonen
- jullie wonen
- zij wonen
2. In tegenstelling tot het Engels worden werkwoorden in het Nederlands vaak gescheiden in een zin.
- Ik hoop naar Nederland te kunnen verhuizen.
- Ik verwacht snel Engels te leren.
3. Bijvoeglijk naamwoorden (= adjectives) krijgen in het Nederlands een "e".
- de lange weg (= <em>the long road</em>)
- de ver<em>r</em>e reis (= <em>the far journey</em>)
- het mooie land. (= <em>the beautiful country</em>)
Behalve:
1. Als het een zelfstandig naamwoord (noun) onzijdig is en het lidwoord een. Er wordt dan niet erachter geschreven.
- het mooie land ( <em>the beautiful country</em>)
- een mooi land (<em>a beautiful country</em>)
2. Als het bijvoeglijk naamwoord (= adjective) een materiaal is en vóór het zelfstandig naamwoord (= noun) staat. Dan komt er "en" achter te staan.
- een zilveren medaille (<em>a silver medal</em>) -- de medaille is van zilver (<em>the medal is made of silver</em>)
- een houten huis (<em>a wooden house</em>) -- de husi is van hout (<em>the house is made of wood</em>)
- een stenen vloer (<em>a stone floor</em>) -- de vloer is van steen (<em>the floor is made of stone</em>)
Een introductie...
Hallo, ik heet Shannon. Ik woon in de Verenigde Staten, maar ik ga in mei naar Nederland . Ik wil naar Nederland of Belgie verhuizen voor werk. Ik studeer/leer Nederlands al vier weken. Ik heb nog een lang weg te gaan!
