Aldair Petronilia
In de stad Vandaag, ik ga naar de stad. Het eiland heeft een grote stad. Er is veel winkels in de stad. De stad heeft veel personen. Ik zie lange personen, korte personen, grote personen. Ik draag een blauwe hoed, witte hemd, bruin broek en zwarte schoenen. Naast de stad, er is een strand. Het strand is mooi. Ik zie bruine vogels, gele eenden, witte vissen en een pinguïn.
Jul 24, 2014 1:17 AM
Corrections · 2
2

In de stad

Vandaag, ik ga ga ik naar de stad. Het eiland heeft een grote stad. Er is veel winkels in de stad. De stad heeft veel personen Er wonen veel mensen in de stad. Ik zie lange personen, korte personen, grote personen. Ik draag een blauwe hoed, witte hemd, bruine broek en zwarte schoenen. Naast de stad, er is is er een strand. Het strand is mooi. Ik zie bruine vogels, gele eenden, witte vissen en een pinguïn.

 

Very good!

July 24, 2014

In de stad

Vandaag, ga ik ik ga naar de stad. Het eiland heeft een grote stad. (misschien beter: Er is een grote stad op het eiland.) Er zijn is veel winkels in de stad. De stad heeft veel personen inwoners. Ik zie lange personen mensen, korte personen mensen, grote personen mensen. Ik draag een blauwe hoed, witte hemd, bruine broek en zwarte schoenen. Naast de stad, is er er is een strand. Het strand is mooi. Ik zie bruine vogels, gele eenden, witte vissen en een pinguïn.

 

<em>Al staan er wat kleine foutjes in, je bericht is goed te begrijpen. Mensen of personen in een stad noem je 'inwoners', vandaar deze correctie. De correctie van Alexander kan natuurlijk ook. Het woord 'persoon' zou ik in dit geval niet gebruiken, 'mensen' past beter bij hetgeen je wilt vertellen.</em>

July 25, 2014
Want to progress faster?
Join this learning community and try out free exercises!