Een hele vreemde droom
Ik had gisteren een heel vreemde droom. Ik werd achterna gezeten door veel zombies en ik klom daarom op een grote kast om aan deze zombies te ontkomen. Toen zei iemand mij dat de zombies bang waren voor water. Ik sproeide water op de zombies, en ze smolten. (? even ?)
Ik wilde naar huis gaan maar ik kende de weg niet. Er kwam een grote groep katten die konde spreken. Zij droegen me op hem te volgen. Ik volgde hem naar een woud, maar alle katten gingen weg. Alleen één kleine grijze kat bleef bij me. Ik stapte met de grijze kat in een trein in. Ik dacht dat ik eindelijk veilig was, maar de kat droeg me plotseling op uit de trein te springen.
Zodra we uit de trein waren gesprongen, sloeg de trein op iets onzichtbaars, en werd de trein vernield. De lijkstukken ven de passagiers vielen uit de lucht, en ik was heel bang. De kat droeg me op, me in een kast te verschuilen. Na een paar minuten zei de kat: "Je bent nu veilig. Je kan nu uitgaan en jouw normale leven terughalen."