Oefening "zou" - 2
Als ik jou was, zou ik het wel doen.
Als jij mij was, zou jij het zeker niet doen.
Als ik meer tijd had, zou ik het boek lezen.
Als het boek interessant was, zou ik de tijd voor het lezen vinden/tijd vinden om het te lezen.
Als het boek interessant was, zou ik het lezen.
Als het weer goed was, zou ik op de fiets komen.
Als je het niet wilde, zou je het er niet mee beginnen.
Als ik iets niet begrijp, zal ik je vragen om te herhalen.
Als ik thuis geen koffie thuis gedronken had, had ik nu een kopje koffie nu gedronken hebben.
Als ik het boek vroeger eerder gelezen had, zou ik het niet meegenomen hebben uit de bibliotheek in de bibliotheek niet genomen hebben.
Als iemand 15 jaar geleden zou tegen mij had gezegd, dat ik de Nederlandse taal ging leren, zou ik hem niet geloofd hebben.
Ik zou graag een thuisdier graag hebben, als ik zou weten, dat ik binnen volgende paar jaar de komende jaren niet ga verhuizen.
Ik zou nooit begrepen geweten hebben, dat ik talen kon leren, als ik niet naar Nederland niet gekomen was.
Als ik makkelijk talen zou makkelijk kon leren, zou ik dan nog meer talen
willen leren.
Als je de film eerst zou kijken, zou het boek minder interessant zijn [correcte zin, maar een beter alternatief zou naar mijn mening zijn: Als je de film eerst kijkt, is het minder interessant het boek te lezen.
Heel erg goed gedaan!