Kleding voor David
Vandaag gingen we met de auto (naar [de stad/het winkelcentrum] om) wat kleding te zoeken voor onze zoon David. We zochten (naar) de maat [?]. We hebben er veertig minuten over gedaan om bij een dorp genaamd Longpré les Corps Saints (aan) te komen.
De vrouw die heeft ons gebracht X = De vrouw die ons heeft gebracht/gebracht heeft V, dacht dat we niet meer wilden gaan omdat we dertig minuten te laat kwamen/waren.
Voorbeeldzinnen:
common noun | relative pronoun | direct object | (all) verb(s) (on the end)|
De jongen die gitaar speelt
Het meisje dat haar vriendin troost