Mijn vakantie
Ik waas naar ging in de vakantie is naar Portugal/Ik was in de vakantie in Portugal. Daar was ik samen met mijn man en mijn kinderen.
hoe de vraag te beantwoorden? (?) Hoe lang Hoelang ben je daan daar geweest/Hoelang/Voor hoelang bleef je daar? (bij voorbeeld bijvoorbeeld/bijv. 8/acht dagen)
bBedankt!