De dag van Samantha Dit meisje heet Samantha. Ze woont in Massachusetts. Vandaag is het zondag en Samantha heeft plannen. Ze doucht en kiest haar kleren. Ze draagt een lichtblauw hemd en een lange sch

Andrew

De dag van Samantha Dit meisje heet Samantha. Ze woont in Massachusetts. Vandaag is het zondag en Samantha heeft plannen. Ze doucht en kiest haar kleren. Ze draagt een lichtblauw hemd en een lange schone rok. Ze wil ook een trui dragen maar het is te warm. Als ontbijt eet ze een hard gekookt ei met brood en kaas. Ze drinkt volle melk van haar koeien. Ze neemt haar fiets en fietst. Ze fietst vaak en graag. Maandagen fietst ze naar school. Haar broer rent graag. Ze denkt, dat hij gek is. Ze rent niet graag. Om 10 uur neemt ze een lang boek. Ze loopt naar het park en ze leest. Haar niet onderbreken terwijl ze leest. Ze wil alleen zijn en ze is prikkelbaar. Ze eet om 12 uur het middageten. Middageten is een boterham met rundvlees en kaas. Ze eet ook een schaal fruit. Na het middageten slaapt ze. Haar dag is stressvolle en afmattend. Om 14 uur zweemt ze. Ze draagt haar hemd en rok en schoenen niet terwijl ze zweemt. Ze draagt haar nieuw zwempak. De water is koud maar niet te koud. Om 15 uur toont ze haar broer haar spel. Ze ontwerpt bordspelen net zoals Kolonisten van Catan. Ze wil graag bordspelen als werk ontwerpen maar ze is momenteel te jong. Haar ouders steunen haar dromen. Ze en haar broer spelen het spel. Haar moeder kookt varkensvlees en pasta als avondeten. Het avondeten is rustig en lekker. Na het avondeten schrijft Samantha een brief. Om 22 uur slaapt ze. Een goede dag.

Sep 6, 2015 5:02 PM

Corrections · 1

De dag van Samantha

Dit meisje heet Samantha. Ze woont in Massachusetts. Vandaag is het zondag en Samantha heeft plannen. Ze doucht en kiest haar kleren/en legt haar [kleding/kleren] klaar. Ze draagt een lichtblauw hemd en een lange schone rok. Ze wil ook een trui dragen(,) maar het is te warm. Als ontbijt eet ze een hard gekookt ei met brood en kaas. Ze drinkt verse melk van haar koeien.

Ze neemt/pakt/stapt op/springt op haar fiets en fietst. Ze vind het leuk om vaak te fietsen. Elke maandag fietst ze naar school. Haar broer rent graag. Ze denkt dat hij gek is. Ze rent niet graag. Om 10 uur ('s ochtends/'s morgens) pakt ze een dik/groot boek. Ze loopt naar het park en ze leest. Je kunt haar beter niet onderbreken terwijl ze leest. Ze wil namelijk alleen zijn en ze is prikkelbaar.

Ze begint om 12 uur met het middageten. Het middageten bestaat uit een boterham met rundvlees en kaas. Ze eet ook een schaal fruit. Na het middageten gaat ze slapen. Haar dag was stressend en zwaar/vermoeiend.

Om 2 uur ('s middags) gaat ze zwemmen. Ze draagt geen hemd, rok en schoenen terwijl ze zwemt. Ze draagt haar nieuwe zwempak. Het water is koud, maar niet te koud.

Om 3 uur ('s middags) laat ze haar broer haar spel zien. Ze ontwerpt bordspellen net zoals Kolonisten van Catan. Ze wil graag hiervan een beroep maken, maar ze is momenteel te jong (daarvoor). Haar ouders steunen haar (toekomst)dromen. Zij en haar broer spelen het spel/Ze speelt samen met haar broer het spel. Haar moeder kookt varkensvlees en pasta als avondeten. Het avondeten is lekker. Na het avondeten schrijft Samantha een brief. Om 10 uur ('s avonds) slaapt ze.