Sinterklaas

Vandaag is het 14 november 2015 en gisteren heb ik het jeugdjournaal gekeken. Sinterklaas zou elke stad (gaan) bezoeken. Natuurlijk/Vanzelfsprekend zijn er zwarte pieten/Natuurlijk zullen er zwarte pieten zijn. Zij zullen snoepjes en koekjes aan de kinderen geven/uitdelen.

Vandaag is heel/zeer bewolkt/Het is vandaag heel bewolkt en het waait hard/[heel/behoorlijk] winderig. Het is slecht/vies weer! Mijn dochter wilde<em> 'wou behoort tot de spreektaal'</em> naar de Hoofdstraat gaan. Daar is het feest van Sinterklaas/Daar is het Sinterklaasfeest. Wij fietsten naar de Hoofdstraat. Er is een podium dichtbij/vlakbij/in de buurt van de kerk. Het podium is mooi en er hangen lampen en ballonnen aan het plafond.

Sinterklaas en de zwarte pieten zijn/waren om één uur aangekomen/gearriveerd/Sinterklaas en de zwarte pieten kwamen om één uur aan. Zij schudden hem de hand/Zij gaven hem een hand. Sinterklaas hield een toespraak. De zwarte pieten gaven snoepjes en koekjes aan de kinderen/[...] deelden [...] uit aan de kinderen.

Mijn dochter is heel blij, maar ik wilde snel naar huis, want ik vond het heel koud/ijskoud/steenkoud! 

U heeft dit heel goed geschreven!

De Sinterklaas

Vandaag is 14 November 2015, gisteren heb ik naar het Jeugdjournaal gekeken. De Sinterklaas zou elke stad bezoeken. Natuurlijk zijn er ook Zwarte Pieten. Zij zullen (gaan) snoepjes en koekjes aan kinderen geven.

Vandaag is het heel bewolkt en er is een harde wind, dit is slecht weer! Maar mijn dochter wou naar de Hoofdstraat gaan. Daar heeft een is het feestjes van Sinterklaas. Wij fietsten naar de Hoofdstraat, er is een podium en dat staat dicht bij een kerk. Het podium is mooi, de lampen en ballonnen hangen op aan het plafond. (er hangen lampen en ballonen aan het plafond)

Om een uur in de midaag zijn de Sinterklaas en de Zwarte Pieten gekomen. Zij zwaaien zijn met hun handen, de Sinterklaas had hield/ houdt een toespraak. De Zwarte Pieten geven snoepjes en koekjes aan (de) kinderen.

Mijn dochter is heel blij, maar ik wou/wilde snel naar huis te gaan, want ik vond het heel koud!

Knap gedaan!  Let er wel op dat je of de tegenwoordige of de verleden tijd gebruikt in een verhaal.

De Sinterklaas

Vandaag is het 14 November 2015 en gisteren heb ik het jeugdjournaal gekeken. De Sinterklaas zou elke stad bezoeken. Natuurlijk zijn er zwarte Pieten. zij Zij zullen snoepjes en koekjes aan de kinderen geven.

Vandaag is heel bewolkt en harde wind, Het is vandaag erg bewolkt en het waait hard. dit Het is slecht weer! mMaar mijn dochter wou wilde naar de Hoofdstraat gaan. d Daar is het feest heeft een feestjes van Sinterklaas. Wij fietsten naar de Hoofdstraat.  Er is een podium is een podium staat dicht bij een de kerk. Het podium is mooi en er hangen de lampen en ballonnen hangen op aan het plafond.

Sinterklaas en de zwarte pieten zijn om een één uur midaag 's middags zijn de Sinterklaas en zwarte Pieten aangekomen. Zij zwaaien schudden hem de hand. zijn handen, de Sinterklaas had hield een toespraak. De zwarte Pieten geven gaven snoepjes en koekjes aan de kinderen.

Mijn dochter is heel blij, maar ik wou wilde snel naar huis te gaan, want ik vond het heel koud!

De Sinterklaas

Vandaag is 14 November 2015, gisteren heb ik het jeugdjournaal gekeken. De Sinterklaas zou elke stad bezoeken. Natuurlijk zijn er zwarte Pieten. zij zullen snoepjes en koekjes aan kinderen geven.

Vandaag is heel bewolkt en harde wind, dit is slecht weer! maar mijn dochter wou naar Hoofdstraat gaan. daar heeft is er een feestjes van Sinterklaas. wij fiesten naar Hoofdstraat,er is een podium staat dicht bij een kerk. het podium is mooi, de lampen en ballonnen hangen op het plafond.

Om een uur midaag zijn de Sinterklaas en zwarte Pieten gekomen. zij zwaaien zijn hun handen, de Sinterklaas had een toespraak. de zwarte Pieten geven snoepjes en koekjes aan kinderen.

Mijn dochter is heel blij, maar ik wou snel naar huis te gaan.want ik vond heel koud!

Heel goed gedaan!