Van + mogen / Van + moeten
Een paar dagen geleden kreeg ik een PDF over Nederlands. Het is echt nuttig. Ik snap een paar dingen niet. In het boek er staat "Van wie moeten we dat doen?" & "Van mij mag he die broek wel kopen". Ik snap niet de betekenis van het woord "van". Of Ik bedoel waarom gebruiken wij het woord "van" met de werkwoorden "mogen & moeten". Ik heb dit nooit gehoord dus klinkt het een beetje raar voor mij. Kan iemand het uitleggen?
Ik wil dit in m'n eigen zinnen gebruiken maar eerst moet ik het verstaan.