1. Wij wonen in het nieue huis. 2. Een nieuw huis is groot. 3. Mijn zusje wont in wijk. 4. De tijdschrift ligt oop de tafel. 5. Waar liggen de niuwe boueken? 6. Welke krant hebt u? 7. Ik heb nieuwe am

Katerina

Enseignant professionnel

1. Wij wonen in het nieue huis. 2. Een nieuw huis is groot. 3. Mijn zusje wont in wijk. 4. De tijdschrift ligt oop de tafel. 5. Waar liggen de niuwe boueken? 6. Welke krant hebt u? 7. Ik heb nieuwe americaanse krant. 8. Waar wont hij? 9. waar is een kast? 10. Een kast is tussen de bank en de fauteil.

16 juin 2021 06:17

Corrections · 3

1. Wij wonen in het nieuwe huis. 2. Het nieuwe huis is groot. 3. Mijn zusje woont in een wijk. 4. De tijdschrift ligt op de tafel. 5. Waar liggen de nieuwe boeken? 6. Welke krant heeft u? 7. Ik heb een nieuwe Amerikaanse krant. 8. Waar woont hij? 9. waar is de kast? 10. Een kast staat tussen de bank en de fauteuil.

16 juin 2021

Vous souhaitez progresser plus vite ?

Rejoignez cette communauté d'apprentissage et essayez les exercices gratuits !