Hoi! Ik ben Nederlands aan het leren en ik heb een paar teksten geschreven. Kan
iemand ze corrigeren? Hartelijk bedankt! "Vandaag ben (werkwoord zijn) ik naar het park
gewandeld. Het was niet zo koud, maar het regende. Ik hou van de regen wanneer
ik thuis ben, maar niet als ik in het park ben. (Je bent in een stad, of in een park. Echter op een eiland)." "Ik heb naar muziek geluisterd.
Ik denk dat dat goed is om te ontspannen. Het leven is heel druk en dat is niet
zo gezond. (Beter is het om te zeggen, het is druk het leven) Nu wil ik mijn avond eten maken. Ik heb zin in (misschien "om"? Zin om te wandelen, maar zin in eten als soep)
groentesoep. Ik zal allerlei groenten pakken. Beter is het om te zeggen, ik zal er allerlei groenten in doen. Dat klinkt lekker. Tot ziens!" "Ik
heb vandaag een beetje honger want ik heb morgen een medical keuring (medical
exam?) en ik mag niet meer eten. (Beter is: vandaag ben ik een beetje hongerig omdat ik niet meer eten mag vanwege een medische keuring morgen) Ik ben een beetje zenuwachtig, maar ik denk dat
alles goed zal gaan." "Ik ben deze week in São Paulo geweest omdat mijn broertje
heeft zijn paspoort vernieuwen nodig. (Vandaag ben in São Paulo geweest voor mijn broertje die paspoort vernieuwen moet) Het was heel snel bezoek, ik ben dankbaar voor
de efficiënt werk. São Paulo is een reusachtig stad. Er zijn veel mensen
en auto's. Ik denk dat het leven daar te snel is voor mij. Ik genoot er vroeger
meer van, maar tegenwoordig gevoel ik mij anders."