Mijn gezin
Ik woon in Schotland. Ik heb geen zussen, maar ik heb wel een broer. Hij is tweeëntwintig jaar en hij werkt op kantoor. Hij is in Londen geboren, maar nu werkt hij in Manchester. Mijn moeder is nu zesenvijftig en ze werkt in een kasteel. Ze woont met mijn vader (hij is eenenvijftig) in een appartement in Schotland. Ze is in Azië geboren. Haar vader zat in het leger, dus haar gezin is veel verhuisd. Ze heeft in Azië, Duitsland en Engeland gewoond. Mijn vader heet Simon, ik heb ook een vriend die Simon heet. Hij werkt ook op kantoor. Mijn opa en oma wonen in Engeland. Ze hebben vijftig jaar in hetzelfde huis gewoond! Maar De moeder en vader / ouders van mijn moeder zijn nu dood.
In Schotland wonen we in een appartement. Ik vind het leuk, maar het is een beetje te klein voor mijn gezin. Het heeft slechts/maar twee slaapkamers, twee badkamers, een grote woonkamer en een keuken. Mijn broer en ik moeten verschillende slaapkamers hebben, dus ik moet in de woonkamer slapen als we allebei / beiden thuis zijn. en Dat is niet zo leuk, omdat ik veel geluiden van buiten hoor.
We hebben ook een huis. Het is dichtbij ons appartement. Doordeweeks wonen we in de week in ons appartement. In het weekend gaan we wel naar ons huis omdat het daar rustiger is. Het is groter dan ons appartement. Het heeft drie of vier slaapkamers, drie badkamers, een keuken, een woonkamer en een eetkamer die we zelden we hem gebruiken, omdat we normaal in de keuken eten. Ons huis heeft ook een tuin en een garage. In de zomervakantie, gebruiken we altijd al de tuin omdat het geweldige plaats is om te ontspannen! We zitten in de tuin en we genieten van het weer! In onze garage staan twee auto's: een kleine rode auto en een grote zwarte. Ik rijd in de rode auto en hij rijdt goed. maar Ik weet dat de zwarte beter rijdt , maar ik heb er nog nooit in gereden.
Bedankt voor het lezen
Wooow goed gedaan!! De meeste zinnen staan in de perfecte volgorde! :D
- Er moet altijd een komma voor 'maar'.
- Het moet 'eenenvijftig' zijn.
- De zin stond in de verkeerde volgorde.
- Je moet hier verwijzen met het woord 'die'. Bij een woord waar 'het' voor moet gebruik je 'dat'. Bij een woord waar 'de' voor moet gebruik je 'die'.
De vriend die Simon heet
Het meisje dat Sarah heet
- Je gebruik 'hebben', want je hebt het over je opa en je oma en dat is meervoud.
De voltooide tijd van 'wonen' is 'gewoond'.
- Het is makkelijker om het woord 'ouders' te gebruiken.
- Het woord 'slechts' wordt niet zo vaak gebruikt. Je kunt beter 'maar' gebruiken.
- Je moet 'ik' gebruiken. 'Mij' is bezittelijk. De tafel is van mij.
- 'verschillinde' is bijna goed. Het moet 'verschillende' zijn.
- 'beide' kan niet. 'beiden' kan wel, maar 'allebei' klinkt beter.
- Hier hoor je 'doordeweeks' te gebruiken. Met doordeweeks wordt bedoeld: Maandag t/m vrijdag.
- De vergrotende trap van 'rustig' is 'rustiger'.
- Het moet zijn 'om te ontspannen'. Sorry, ik weet niet hoe ik kan uitleggen waarom dat zo is.
- Als je 'in hem' gebruikt, lijkt het net alsof je in een persoon zit. :)
- Je moet een dubbele punt gebruiken, omdat er daarna een opsomming komt.
- Sorry, ik weet niet hoe ik de laatsten moet uitleggen.
Ik hoop dat ik je hiermee help! Als je vragen hebt, stuur je me maar een bericht.
Mijn gezin
Ik woon in Schotland. Ik heb geen zussen maar ik heb wel een broer. Hij is tweeëntwintig jaar en hij werkt op kantoor. Hij is in Londen geboren, maar nu werkt hij in Manchester. Mijn moeder is nu zesenvijftig en ze werkt in een kasteel. Ze woont met mijn vader (hij is éénenvijftig) in een appartement in Schotland. Ze is in Azië geboren omdat haar vader in het leger diende en dus verhuisde haar gezin verhuisd veel. Ze heeft in Azië, Duitsland en Engeland gewoond. Mijn vader heet Simon - ik heb ook een vriend die Simon heet. Hij werkt ook op kantoor. Mijn opa en oma wonen in Engeland. Zij hebben vijftig jaar in hetzelfde huis vijftig jaar gewoond! Maar de moeder en vader van mijn moeder zijn nu dood.
In Schotland wonen we in een appartement. Ik vind het leuk maar het is een beetje te klein voor mijn gezin - het heeft slechts twee slaapkamers, twee badkamers, een grote woonkamer en een keuken. Omdat ik en mijn broer verschillende slaapkamers moet hebben, moet ik in de woonkamer slapen als we er beide zijn - en dat is niet zo leuk omdat ik de mensen buiten kan horen en dat is luidruchtig.
We hebben ook een huis. Het is dichtbij ons appartement. Hoewel we wonen we in de week in ons appartement wonen, gaan we in het weekend gaan we wel naar ons huis omdat het daar rustiger is. Het is groter dan ons appartement. Het heeft drie of vier slaapkamers, drie badkamers, een keuken, een woonkamer en een eetkamer - hoewel we die zelden we hem gebruiken omdat we normaal in de keuken eten. Ons huis heeft ook een tuin en een garage. In de zomervakantie gebruiken we altijd al de tuin omdat het geweldige plaats is om te ontspannen! We zitten in de tuin en we genieten van het weer! Onze garage heeft twee auto's dat in hem zitten. Een kleine rode auto en een grotere zwarte. Ik rijd de rode auto en het is best een goede auto, maar ik weet dat de zwarte beter is om te rijden is - ik heb gewoon nooit in hem gereden nooit.
Bedankt voor het lezen