vandaag
hoi iedereen Vandaag  ik wakker  uur 8  ik ga naar bakker  een ık heb een brood gekoppen. ik kom naar huis. ik heb echt goed ontbijt ..... daarna  mıjn vader heb me gebell. hij zij dat we moet met. Na het ontbijt ik ga naar mıjn vader thuis .   we hebben soms praaten. ik ben nu thuıs. dankje voor correctie. doei doei . :)

vVandaag
&nbsp;
hHoi/Hallo iedereen/allemaal,
 
Vandaag werd ik om 8&nbsp;uur wakker/Ik ben vandaag om 8 uur wakker geworden&nbsp;uur 8&nbsp;en ik ga ging naar de bakker een ık heb een om (wat) brood gekoppen te kopen. ik kom naar huis Toen ik thuis kwam.&nbsp;, had ik heb &nbsp;echt goed ontbeten ontbijt..... dDaarna heeft mıjn vader&nbsp;heb me gebeld gebell. hij zij dat we moet met Hij zei dat we elkaar moesten gaan ontmoeten. Na het ontbijt ging ik ga naar mıjn vaders huis/Na het ontbijt ging ik naar het huis van mijn vader thuis. wWe hebben soms gepraat/gekletst&nbsp;praaten. iIk ben nu thuıs. dDankje/Dankjewel/Bedankt voor de correctie/de verbetering/Bedankt voor het nakijken. dDoei doei/Tot kijk!/Tot ziens!. :)

vandaaghoi iedereen Vandaag ik wakker uur 8&nbsp;1 ik ga naar DE bakker een ık heb een brood gekoppen 2. ik kom naar huis. ik heb echt goed ontbijt - ONTBETEN&nbsp;..... daarna HEB IK &nbsp;mıjn vader heb me gebell. GEBELD&nbsp;hij XzijXZEI dat we moetEN met???(WHAT DO YOU MEAN?;)). Na het ontbijt ik ga(ALWAYS INVERSION, SO: &nbsp;GA IK) naar mıjn vader's thuis HUIS. we hebben soms GEPRAAT praaten. ik ben nu thuIs. dankje voor correctie. doei doei . :) 1 - was ik wakker om 8 uur. OF Vandaag ben ik om 8 uur opgestaan.2 - ... en heb een brood GEKOCHTPrima.Ga zo door.Succes.

vandaaghoi iedereen Vandaag ik wakker uur 8 ik ga naar bakker een ık heb een brood gekoppen. ik kom naar huis. ik heb echt goed ontbijt ..... daarna mıjn vader heb me gebell. hij zij dat we moet met. Na het ontbijt ik ga naar mıjn vader thuis . we hebben soms praaten. ik ben nu thuıs. dankje voor correctie. doei doei . :) Hoi iedereen, vandaag was ik wakker om 8uur. Ik ben naar de bakker gegaan en ik heb een brood gekocht (= niet lang geleden, vandaag). Ik ben naar huis gegaan. Ik heb echt goed ontbeten. Daarna heeft mijn vader me gebeld. Hij zei dat we moeten afspreken. Na het ontbijt ben ik naar mijn vader thuis gegaan. We hebben een beetje gepraat. Ik ben nu (terug) thuis. Dank je voor de verbetering (correctie = ook ok). Doei!Héél goed! Doe zo verder! Groetjes, Gretha