Hallo Alicia,
Je hebt een flinke tekst geschreven. Ik kon de tekst goed begrijpen. De laatste twee zinnen zijn een beetje te lang. Ik heb wat fouten verbeterd en ik stel soms alternatieven voor (of).
Dag mensen !
Ik ben Franse en woon in België.
(of) In ben een Française en (ik) woon in België.
Ik studeer Nederlands nog maar 3 maand (dus A1...) maar wij spreken niet in de klas
Ik studeer nog maar drie maanden Nederlands, maar wij spreken geen Nederlands in de klas.
Kant u "correct" mijn tekst alsjeblieft?
Kan iemand/ kunt u mijn tekst corrigeren alsjeblieft/ alstublieft
Dank u wel :-D!
Mijn routine
(of) Mijn vaste gewoontes.
Ik ben een lerares van Frans.
Ik ben lerares Frans
Nu werk ik op maandag, woensdag en vrijdag.
(of) Op dit moment werk ik maandag, woensdag en vrijdag.
(of) Momenteel werk ik ’s maandags, ’s woensdags en vrijdags.
(<em style="color: rgb(84, 130, 53);">'s maandags</em>, <em style="color: rgb(84, 130, 53);">'s woensdags</em>, <em style="color: rgb(84, 130, 53);">vrijdags</em>. Waarom in dit rijtje tweemaal <em style="color: rgb(84, 130, 53);">'s</em>? Vóór (stemhebbende) <em style="color: rgb(84, 130, 53);">d</em> en <em style="color: rgb(84, 130, 53);">v</em> voelt de (stemloze) <em style="color: rgb(84, 130, 53);">s</em> zich niet op z'n plaats. Zo blijven er twee over: <em style="color: rgb(84, 130, 53);">'s maandags</em> en <em style="color: rgb(84, 130, 53);">’s woensdags)</em>
Op dinsdag en donderdag werk ik niet, maar 's avonds ga ik naar school want ik studeer Nederlands.
(Of) Dinsdags en donderdags werk ik niet, maar ga ik ’s avonds naar school want ik studeer Nederlands.
Op maandag, woensdag en vrijdag sta ik om kwart over zes's morgen op.
Op maandag, woensdag en vrijdag sta ik om kwart over zes 's morgens op
(of) Op maandag, woensdag en vrijdag sta ik ’s morgens (om) kwart over zes op.
Ik neem een douche en was mijn haar.
(of) Eerst neem ik een douche en was mijn haar
Dan poets ik mijn tanden, kled ik, neem ik mijn tas en ik ga met de bus naar mijn werk.
Dan/ vervolgens poets ik mijn tanden, kleed ik me aan en pak ik mijn tas.
Daarna ga ik met de bus naar mijn werk.
In de bus luister ik graag de radio.
In de bus luister ik graag (naar de) radio.
Ik ontbij in mijn werk.
Ik ontbijt op mijn werk. (het hele werkwoord is ‘ontbijten’)
Dan bereid ik mijn lessen en daarna om half negen's morgens ga ik naar mijn klas met mijn cursisten.
Dan bereid ik mijn lessen voor en daarna ga ik (om) half negen ’s morgens naar mijn klas met mijn cursisten (het hele scheidbare werkwoord is ‘voorbereiden’)
(of) Na mijn ontbijt bereid ik mijn lessen voor en daarna ga ik (om) half negen (’s morgens) naar mijn klas/ lokaal met cursisten/ studenten/ leerlingen.
(of) Na het ontbijt bereid ik mijn lessen voor en daarna ga ik met mijn cursisten/ studenten/ leerlingen (om) half negen (’s morgens) naar mijn lokaal.
De les duurt twee uur half en ik werk graag want mijn cusisten zijn heel gemotiveerde!
De les duurt tweeënhalf uur en ik werk graag want mijn cursisten zijn heel gemotiveerd! (gemotiveerde studenten/ de studenten zijn gemotiveerd)
(of) De les duurt twee en een half uur maar ik werk graag want mijn studenten zijn erg gemotiveerd! (Onze Taal: “Zowel <em>tweeënhalf</em> als <em>twee en een half </em>is juist. Er is geen speciale voorkeur voor een van de vormen, maar in de praktijk bestaat er bij hogere getallen een voorkeur voor de versie met <em>en een half”</em>)
Om twalfe uur's middags eindigt de klas.
Twaalf uur ’s middags eindigt de les.
Dan heb ik één of twee privéles.
Dan heb ik één of twee privélessen
De privelessen duuren één uur of anderhalf uur.
De privélessen duren één of anderhalf uur.
Na de privélessen eet ik.
(of) Na de privélessen lunch ik.
Soms neem ik eten van thuis, soms koop ik eten.
Soms neem ik eten van thuis mee, soms koop ik eten. (het hele werkwoord is ‘meenemen’
Na de maaltijd, slaap ik een beetje of wandel ik in een park.
(of) Na het eten/ de lunch slaap ik even (op school??) of wandel ik in een/ het park.
Maar ik moet werken voor de avondles!
(of) Maar ik moet nog wel werken voor de avondlessen!
De avondlessen zijn van half zeven's avonds tot half negen's avonds.
De avondlessen zijn van half zeven 's avonds tot half negen 's avonds.
Dis is laat, klop dat ?
Dit is laat, klopt dat?
(of) Dat is laat, toch?
Ik kom tussen negen uur's avonds een half tien's avonds thuis.
Ik kom tussen negen uur 's avonds en half tien 's avonds thuis.
Daarna eet ik een beetje en om half elf's avonds ga ik slapen.
Daarna e.et ik een beetje en om half elf' s avonds ga ik slapen.
(of) Daarna eet ik nog wat en ga ik half elf (’s avonds) slapen.
Daarna eet ik nog iets en ga ik half elf (’s avonds) naar bed
Deel 2 volgt. Groet, Bas