Elias
I would like to know this 12 pharses in dutch, please? 1. The Apple is red 2. It´s John´s Apple 3. I give John the Apple 4. He gives it to Jonh 5. She gives it to him 6. Is the Apple red? 7. She gives it to Jonh 8. The apples are red 9. I must give it to him 10. I want to give it to her 11. I´m going to know tomorrow 12. I can´t eat the apple
20 okt. 2015 23:31
Antwoorden · 2
2
1. De appel is rood. 2. Het is John's appel. 3. Ik geef John de appel. 4. Hij geeft het aan John 5. Zij geeft het aan hem. 6. Is de appel rood? 7. Zij geeft het aan John. 8. De appels zijn rood. 9. Ik moet het aan hem geven. 10. Ik wil het aan haar geven. 11. Morgen zal ik het weten. 12. Ik kan de appel niet opeten.
21 oktober 2015
Heb je je antwoorden nog steeds niet gevonden?
Schrijf je vragen op en laat de moedertaalsprekers je helpen!