reisen = travel (Ich mag es, zu reisen)
anreisen ~ arrive (Wissen Sie schon, wann Sie anreisen?) [it's not exactly like "arrive" but rather this than "travel". Especially when you have to go far: "Er ist aus Indien angereist."]
9 oktober 2017
0
1
Heb je je antwoorden nog steeds niet gevonden?
Schrijf je vragen op en laat de moedertaalsprekers je helpen!