5. Zij kopen sinaasappels op de markt, omdat ze goodkoper daar zijn. 

goodkoper zijn можно в этом контексте перевести как единое "дешевле", поэтому в середину между ними уже ничего не должно влезать. 

Zinnen afmaken 2

zinnen afmaken 2
1. Ik koop een cadeau voor mijn vrouw, omdat ze vandaag jarig is.
2. Zij neemt een paracetamol in, omdat ze nu foofdpijn heeft.
3. De vrouw gaat naar bed, omdat ze moe is .
4. De gasten eten beschuit met muisjes, omdat mijn zoon geboren is. ... ze het geboorte van mijn zoon vieren.
5. Zij kopen sinaasappels op de markt, omdat ze goodkoper zijn.
6. De winkels zijn vandaag gesloten, omdat het vandaag zondag is.
7. Ik ga dit jaar niet op vakantie, omdat ik daar geen geld heb voor./ ... ik liever thuis wil blijven.
8. De koningin komt dit jaar niet naar onze stad, omdat ze naar andere Nederlandse stad komt.
9. Buiten is het erg nat, omdat de regen er valt.
10. De kinderen krijgen een nieuwe jas, omdat de oude jas klein is.
11. Ik kan de jas met korting kopen, omdat ik een cadeaubon van die winkel heb.
12. Ik kan niet slapen, omdat ik veel koffie heb gedronken.
13. De tomaten zijn heel erg lekker, omdat het nu zommer is./ ze uit Spanje zijn.
14. Ik ga na het inburgeringsexamen op vakantie, omdat ik een hotel in Italie heb gebookt.
15. Ik koop een cadeau voor mijn moeder, omdat het vandaag moederdag is
16. Wij gaan naar Spanje, omdat we in juni een vakantie hebben
17. Zij maken het huis schoon, omdat ze van netjes hoeden.
18. De kinderen huilen, omdat ze naar de vrolijke film kijken.
19. Mijn kamer is vies, omdat ik 's ochtends de vloer repareer.
20. Opa werkt in de tuin, omdat hij van het werken in de tuin houdt. \ hij het werk in de tuin leuk vindt.
21. De baby drinkt veel, omdat hij heeft dorst.
22. De winkels zijn vandaag gesloten, omdat het feestdag is.